Wijgers Homepage.

 

Hoofdmenu

Honkbal

2e wereldoorlog

Flora & Fauna

Discussie

 

 

 

 

 

 

DE SPELREGELS (in een notendop)

Slagman

Lid van de slagpartij die aan de beurt is om een slagbeurt te maken.

Honkloper.

Lid van de slagpartij die als slagman reglementair een honk heeft bereikt.

Velder

Elk lid van de veldpartij. Hij zal proberen om een slagman of honkloper uit te krijgen.

Uit.

Een honkloper is uit wanneer:

  1. Hij reglementair met de bal wordt getikt terwijl hij niet in aanraking is met een vrij honk
  2. Indien hij de honken niet reglementair afloopt of een honk tijdens het rennen niet aanraakt.
  3. Hij zijn honk heeft verlaten alvorens een velder de geslagen bal gevangen heeft en niet terug is op dit honk voordat een velder dit honk of de honkloper tikt met de bal in zijn handen.
  4. Indien een velder met de bal in zijn bezit een honk aanraakt waarnaar de honkloper gedwongen wordt op te schuiven en hij dit honk nog niet heeft bereikt.
  5. Hij naar de mening van de scheidsrechter een velder hindert om een geslagen bal te spelen.

Een slagman is uit wanneer:

  1. Eén van bovenstaande zaken op hem van toepassing is.
  2. Zijn geslagen bal regulier wordt gevangen door een velder.
  3. Zijn geslagen bal als binnenhoog wordt beoordeeld door de scheidsrechters.
  4. Hij een derde slagbal krijgt beoordeeld en deze door de catcher reglementair wordt gevangen. Indien dit niet gebeurt bij een 3e slagbal heeft de slagman een gedwongen loop naar het eerste honk.

Wanneer er 3 man uit zijn wordt de slagpartij veldpartij en wordt de veldpartij slagpartij.

Slagbal. 

De slagbal staat beschreven bij de plaatscheidsrechter. Er is sprake van een slagbal wanneer een pitcher een bal werpt naar de slagman in één van de volgende gevallen:

  1. De bal gaat met enig deel door het slaggebied, dit ter beoordeling van de plaatscheidsrechter.
  2. De slagman slaat naar een geworpen bal.
  3. De slagman slaat een foutbal.
  4. De slagman maakt een stootslag beweging.

In alle andere gevallen is er sprake van een wijdbal. 

Vangbal

Een vangbal is een goed of fout geslagen bal die door een veldspeler in vlucht wordt gevangen. 

Inning.

Een inning is over wanneer allebei de teams één keer slagpartij en één keer veldpartij zijn geweest.

Wedstrijd.

Een wedstrijd begint op het afgesproken tijdstip, het thuisspelende begint als veldpartij, en is afgelopen indien er 9 innings zijn gespeeld. Indien na de negende slagbeurt van de uitspelende ploeg de wedstrijd is beslist in het voordeel van het thuisspelende team is de wedstrijd ook afgelopen. Dit is omdat de wedstrijd dan geen andere winnaar meer kan krijgen. In topklasse competities wordt een wedstrijd verlengt met nog een inning bij een gelijke stand na 9 innings totdat er een beslissing is gevallen. In alle klassen van de breedtesport wordt een wedstrijd voor een bepaalde tijdsduur afgesproken. Volgens het hier genoemde principe wordt de lopende inning wel afgemaakt in dit geval.

Gedwongen loop

Indien een slagman een slag aflevert wordt hij honkloper. Hij is dan verplicht om naar het 1e honk te gaan. Indien dit bezet is, moet de honkloper aldaar naar het 2e honk enzovoorts. Bij enig onbezet honk behoeft een honkloper niet op te schuiven. Hij mag dit wel, dit heet dan een niet gedwongen loop.

Vrije loop

Een loper krijgt een vrije loop indien de scheidsrechter hier op basis van de regels toe beslist. Hij krijgt dan een verder honk toegewezen dan waar hij tot dan toe recht op had.

3 slag.

Indien er twee slagballen zijn gegooid door de pitcher en er wordt opnieuw een slagbal gegooid, dan krijgt de pitcher het resultaat 3 slag. Indien de derde slagbal regulier wordt gevangen door de catcher is de slagman automatisch uit. Indien dit niet het geval is heeft de slagman een gedwongen loop naar het éérste honk. Hij moet dit dus bereiken alvorens dit honk of hij als honkloper wordt getikt met de bal.

4 wijd.

Indien de pitcher 4 wijdballen heeft geworpen naar dezelfde slagman of de slagman wordt geraakt door de geworpen bal, dan mag de slagman zonder te kunnen worden uitgemaakt naar het éérste honk. Alle honklopers die dan worden gedwongen op te schuiven mogen dit doen zonder te kunnen worden uitgemaakt.

Schijn.

Een pitcher kan schijn maken indien er één of meer honklopers op de honken zijn. Dit houdt in, dat hij een niet reglementaire beweging maakt. Alle honklopers mogen in dit geval één honk opschuiven.

Binnenhoog.

Eigenlijk is deze regel te specifiek om hier in een notendop te behandelen. Aangezien hij op deze site vaker wordt genoemd wordt hij hier toch uitgelegd. Er is sprake van "binnenhoog" of "infield fly" indien er minder dan 2 mensen uit zijn en minimaal het éérste en tweede honk bezet zijn en de bal hoog wordt geslagen op een dusdanige manier dat een binnenvelder in staat is om deze te vangen. De slagman is in dit geval automatisch uit, hetgeen de honklopers op de honken in staat stelt om hun honk vast te houden, zij worden daardoor niet gedwongen op te schuiven. Deze regel is in het leven geroepen om te voorkomen dat in dit soort situaties het veld op eenvoudige wijze twee of drie mensen uit kan maken in dezelfde actie.

Voor de officiële spelregels verwijzen wij naar de site van de KNBSB., de Koninklijke Nederlandse Base- and Softball Bond.

terug

 

Vraag even of je delen van deze site mag gebruiken voor je eigen gebruik.
Bij problemen met of vragen over dit web kunt u contact opnemen met webmaster@wijgers.nl.
Laatst bijgewerkt: 06 maart 2005.