_{Wijgers Homepage.}

 

De catcher is de enige binnenvelder die het hele veld overziet. Hij ziet ook de buitenvelders staan en ziet als geen ander wat de slagman van plan is. Tevens ziet de catcher waar de gaten in het binnenveld zitten.

De catcher moet dus iemand zijn die overwicht over zijn teamgenoten heeft en hen positie laat kiezen in het binnenveld. Als hij ziet dat de slagman erg ver "naar links" staat met zijn voorste schouder, (de bal wordt dan altijd richting het 3e honk geslagen), zal hij de 3e honkman dichter bij de foutlijn laten spelen en de korte stop ook. De 2e honkman zal hij dan verder naar het 2e honk laten spelen. De bal kan daar dan minder makkelijk tussendoor. 

Verder heeft hij altijd contact met de plaatscheidsrechter, die staat pal achter de catcher. Ook kan de catcher, nog beter dan de plaatscheidsrechter, beoordelen of een bal "slag" of "wijd" is. Alleen helaas voor de catcher is het toch de plaatscheidsrechter die dit beslist.

De catcher houdt voor de plaatscheidsrechter alle ballen tegen die de pitcher gooit, althans dat is de bedoeling van het spelletje, alleen als een slagman de aanvliegende bal enigszins raakt met de knuppel, is de catcher vaak volkomen kansloos om de bal tegen te houden. 

Een catcher zit ook altijd goed ingepakt achter de thuisplaat. Hij moet in ieder geval de volgende zaken dragen:

	Een helm
	Een masker of vizier met keelbescherming
	Legguards of beenbeschermers met kniebescherming
	Bodyprotector, voor bescherming van het bovenlichaam.
	Voor de mannelijke catchers: Een tok.

Vooral met warm weer is het dus wel duidelijk dat de catchers heel veel moeten drinken tijdens de wedstrijd. Hij is heel inspannend bezig, bij elke pitch wordt actie van hem verwacht, en hij zit stevig ingepakt tenslotte. Tijdens de slagbeurt van de catcher mag hij deze kleding overigens niet dragen.